Docent: Inge Hobers (De Lanterfant) en José Runhaar (Fyr Toneel)

Kerndoelen: Kunstzinnige Orientatie, Nederlandse taal en Orientatie op de wereld en jezelf

Voorbereidende opdracht: E mail [email protected]

BELANGRIJK

Deze workshops worden aansluitend en op dezelfde dag gegeven,(wel met een pauze voor de kinderen er tussen). Je neemt met dit project dus twee workshops af!

We beginnen met de dramaworkshop en aansluitend volgt de beeldende workshop.

– Inge heeft het digibord nodig en neemt alle materialen mee.

– José neemt een achtergronddoek, laptop en microfoon mee.

– José zorgt voor een geüploade opname van de hoorspelen.

– De leerkracht moet actief bij de lessen aanwezig zijn

RIJKSMUSEUMVERHALEN

In dit project bekijken we kunstwerken uit het Rijksmuseum, maken we een bijpassend schilderij in een andere stijl en bedenken we een verhaal dat erbij past. Dit verhaal wordt als hoorspel opgenomen. Na deze workshops kunnen jullie een expositie van de schilderijen maken met de hoorspelen als audiotour erbij, (deze worden geüpload zodat je ze later terug kunt luisteren).

DOELEN:

• Verschillende kunstdisciplines met elkaar te verbinden
• Verdieping rondom (een bezoek aan) het Rijksmuseum
• Leren dat kunstenaars elkaar inspireren, (i.p.v. ideeën van elkaar stelen)
• Verhalen leren fantaseren bij schilderijen
• Je leert wat een hoorspel is en hoe je dat zelf kan maken
• Je experimenteert met geluiden nabootsen en je stemgebruik aanpassen

Les 1 Drama:

Tijdens deze les gaan we verhalen bedenken en ontdekken wat een hoorspel is. Door de tijd te nemen om te experimenteren met geluiden (nabootsen) en het aanpassen van je stemgebruik, kunnen de hoorspelen goed tot leven komen. We laten de hoorspelen horen in de klas (achter een doek) en ze worden opgenomen en geüpload, zodat de kinderen het hoorspel later nog kunnen luisteren en/of gebruiken in een expositie.

Les 2 Beeldend:

In mei 1928 bezocht de Catalaanse kunstenaar Joan Miró het Rijksmuseum. Hij raakte vooral onder de indruk van de werken van de Hollandse meesters. Hij nam een aantal ansichtkaarten mee naar huis, om vervolgens zijn eigen interpretatie daarvan te schilderen. Met deze ‘creatieve kopieën’ sloot Miró aan bij een lange traditie van kunstenaars die meesterwerken van voorgangers opnieuw interpreteren en gebruiken als inspiratiebron. De kinderen kruipen in de huid van Miró en gaan aan de slag met het kunstwerk dat ze kozen bij de dramales, om deze vervolgens om te toveren in een geheel nieuwe stijl. Eigen-wijze kunst.