Docent: Inge Hobers
Kerndoelen: Kunstzinnige oriëntatie: 54, 55 en 56
Voorbereidende opdracht: Graag klaarzetten: 4 tafelgroepen, lijm(stiften), scharen, (kleur)potloden
BELANGRIJK
Diverse werkstations, o.a.; tekenen, collage, kosteloos materiaal
Verdieping van natuureducatie
De minder gebruikelijke materialen neem ik zelf mee.
De leerkracht van de groep is aanwezig en wordt van harte uitgenodigd om mee te doen.
WE LEREN
*Verwonderen *Observeren *Vergelijken
*Een onderzoekende houding aan te nemen * Creatief denken
*Experimenteren * Luister -en spreekvaardigheden * Doorzetten
*Vaste ideeën en oplossingen los te laten
*Keuzes maken
*Een idee op verschillende manieren en met verschillende materialen vormgeven.
DAT DOEN WE DOOR
Ons allereerst te verwonderen en een beetje griezelen bij het zien van insecten in hars. Ieder kind kiest een insect en bekijkt deze eerst aandachtig. Daarna gaan we elkaars insecten vergelijken; we zoeken naar overeenkomsten en verschillen. Dit is het startpunt voor het makersdeel.
Makersdeel
We starten met een tekenspel waarin we ons eigen insect nog beter gaan leren kennen. Daarna werken we in circuitvorm met meerdere werkstations met niet alledaagse opdrachten, zoals; collage met vreemd papier, schilderen met stift, etc.
Afsluiting
We bespreken wat we ontdekt hebben en hoe we problemen op hebben gelost.